zich veilig en thuis te gaan voelen bij zichzelf en in hun lichaam.

zich beter verbonden te voelen met zorgfiguren, belangrijke anderen en vrienden en meer op hun gemak bij groepsgenoten op school, hobby, jeugdbeweging en sport.

hun noden, behoeften en verlangens beter te leren kennen.

te ontdekken waar ze goed in zijn en waarin minder goed, wat hun voorkeuren en afkeuren zijn en zo hun eigen identiteit duidelijker vorm te geven.

hun zelfregulatievaardigheden te verbeteren en zo spanning, frustratie en stress te leren kanaliseren en afvoeren.

hun sensomotorische basis te verstevigen zodat het ontwikkelingsmoeilijkheden die het ervaart kan gaan doowerken door ontwikkelingsdoelen alsnog te behalen met de nieuw verworven vaardigheden.

meer lichaamsbewustzijn, innerlijke kernkracht, focus, concentratie en een (belichaamd) zelfvertrouwen te ontwikkelen.

negatieve ervaringen los te laten. Dit kan door mogelijkheden te creëren om positieve ervaringen lijfelijk te gaan beleven, zodat deze zich kunnen gaan verankeren. Daarbij kan het gaan om een ervaring van veiligheid, ruimte, geborgenheid, afstemming en samenwerking, rust en ontspanning, plezier en vreugde, doorzettingsvermogen, motivatie, balans en zoveel meer …

makkelijker emoties bij zichzelf te herkennen en manieren te vinden om met gevoelens van angst, boosheid, verdriet en rouw om te gaan.